Percentage ruwvoer cruciaal voor duurmelkers

Melkgeiten zijn gevoelig voor vervetting. We willen dit te allen tijde voorkomen, omdat we streven naar een duurzame veestapel. Vooral duurmelkers zijn een aandachtsgroep voor mogelijke conditietoename. Binnen Vitalvé werken we dagelijks aan het optimaliseren van de rantsoenen. Zo kunnen we duurmelkers in de gewenste conditie houden. Ons geitenteam bij Vitalvé streeft constant naar de optimale balans: hard voeren om een hoge melkproductie en hoge voerwinst te behalen, terwijl we de conditie behouden. Dit is een uitdaging die het hele jaar door speelt maar vooral in het najaar, door de seizoen gerelateerde productiedaling.

In de VitalMonitor gebruiken we het kengetal % ruwvoer. Voor elke groep wordt aangegeven hoeveel procent van hun droge stofopname uit ruwvoer bestaat. Onder ruwvoer wordt verstaan; maïs, gras en structuurbronnen zoals hooi, luzerne en/of (gehakseld) stro. Bijproducten zoals perspulp worden hier dus niet in meegerekend. Het ideale percentage ruwvoer hangt af van het lactatiestadium, de melkproductie, de leeftijd van de dieren en de doelstellingen van de veehouder. Binnen Vitalvé hebben we de afgelopen jaren uitmuntende resultaten behaald door jaarlingen ad libitum krachtvoer te voeren naast een gemengd rantsoen. In zo’n periode behaal je dan doorgaans een percentage ruwvoer tussen 10-12%. Dit geldt voor de eerste maanden. Zodra het ad libitum krachtvoer beperkt en afgebouwd gaat worden, kom je al snel op 20-22% ruwvoer.

Het is van belang om per bedrijf te bekijken naar de bedrijfsspecifieke situatie qua ruwvoerwinning en daarmee samen te bepalen welk percentage ruwvoer je nastreeft. Onderweg zien we dit percentage ruwvoer over de gemiddelde veestapel variëren van 20 tot 50%. Gemiddeld gezien hadden deelnemers van de VitalMonitor gedurende de eerste 7 maanden van het jaar een ruwvoerpercentage van 32%. Uit onze analyses blijkt dat een oplopend percentage ruwvoer een negatieve invloed heeft op de voerwinst per geit, per dag, bij de huidige melk- en voerprijzen. Met andere woorden, een hoger ruwvoerpercentage resulteert in een lagere voerwinst. Bedrijven met 45-50% ruwvoer behalen over het algemeen een lagere melkproductie dan de gemiddelde deelnemende bedrijven. Echter, als de dieren in betere conditie blijven en daardoor langer meegaan, zou het uiteindelijke bedrijfsresultaat vergelijkbaar kunnen zijn met dat van bedrijven met een lager percentage ruwvoer, hogere melkproductie, maar dus ook een hoger vervangingspercentage. Dit laatste is iets wat we bij Vitalvé erg belangrijk vinden en waarvan we overtuigd zijn dat hier op veel plekken nog verbetering te behalen valt. 

Bij het voeren van snijmaïs naast gras is het cruciaal om dit aandeel zo laag mogelijk te houden voor duurmelkers. Het ideale scenario is om snijmaïs uitsluitend te gebruiken voor verse dieren en jaarlingen. Vervolgens kan het geleidelijk uit het rantsoen van duurmelkers worden verwijderd. Mits dit op het desbetreffende bedrijf mogelijk is. Het hoge aandeel zetmeel in snijmais zorgt ervoor dat dit een voedermiddel is waar melkgeiten gemakkelijk van toenemen in conditie. Met het voeren van mais, is bedrijfsspecifiek krachtvoer nog belangrijker om gericht te sturen op die conditie.

De uitdaging is om met een hoog percentage ruwvoer een hoge voerefficiëntie te behalen. Hoe hoger de voerefficiëntie, hoe hoger de voerwinst op het bedrijf. Dit blijkt uit onze analyses van de gegevens van de VitalMonitor. De verteerbaarheid van zowel het ruwvoer als het totale rantsoen is cruciaal voor een hoge voeropname en dus een hoge voerefficiëntie. Vooral wanneer er gestreefd wordt naar een hoog ruwvoerpercentage, heeft de kwaliteit van het ruwvoer aanzienlijke invloed op de behaalde resultaten. Middels de OptiFerm-kengetallen optimaliseren we de rantsoenen om de vertering in de pens zo efficiënt mogelijk te maken. Bovendien werken we bij Vitalvé met bedrijfsspecifieke krachtvoeders die perfect aansluiten bij de specifieke ruwvoeders van jouw bedrijf.

Bij Vitalvé zetten we ons zo elke dag in om de prestaties van onze geitenhouders naar een hoger niveau te tillen. Dankzij de VitalMonitor hebben we waardevolle informatie in handen waarmee we dagelijks kunnen bijsturen bij onze geitenhouders. Zo werken we samen om het hoogst mogelijke rendement te behalen. Het percentage ruwvoer is een cruciaal kengetal, want het helpt ons om de optimale conditie van jouw melkgeiten te behouden.


Karin Bekkers

Vitalisator geitenhouderij